Prof. Manu Keirse: “Hoe meer informatie, hoe minder angst”
Bekijk het interview met Prof. Keirse (KU Leuven)
Bekijk het interview met Prof. Keirse (KU Leuven)
Professor-emeritus van de KU Leuven Manu Keirse is klinisch psycholoog, doctor in de geneeskunde, auteur én ervaringsdeskundige. In zijn nieuwste boek houdt hij een pleidooi voor een humanere en meer verbonden samenleving waarin de mens in al zijn facetten centraal staat.
G.Ostyn
“In 2006 werd ik gediagnosticeerd met een heel agressieve prostaatkanker, met een herval in 2017. Voor veel mensen is dat een emotionele aardbeving, voor mij niet zo. Ik ben er altijd van uitgegaan dat mij dat kon overkomen. Kanker zit in de familie. Drie van mijn elf broers en zussen overleden aan kanker, net zoals mijn moeder, mijn grootmoeder en tantes. Een op de drie mensen krijgt kanker. Ik vroeg me dus niet af ‘waarom ik?’, maar wel ‘waarom ik niet?’. De behandeling sloeg aan en naast vermoeidheid had ik niet veel klachten. Mijn vrouw en kinderen waren ongeruster dan ik. Ik ken de ziekte en de problematiek heel goed, mensen zijn vaak angstig omdat ze niet vertrouwd zijn met de ziekte, maar ik heb jaren in het ziekenhuis gewerkt en ik was twaalf jaar voorzitter van ‘Kom op Tegen Kanker’. Vandaag ben ik 75 jaar en werk ik nog. Ik heb heel mijn leven hard gewerkt, ondanks twee kankerdiagnoses. Ik weet dat de ziekte op elk moment kan terugkomen, maar ik ben voorbereid.”
“Uit onderzoek blijkt overigens dat patiënten die zoveel mogelijk informatie willen, vaak hoopvoller zijn. Uit ervaring weet ik dat veel mensen zich meer gerustgesteld voelen na het zogenaamde ‘slecht-nieuwsgesprek’, wanneer ze weten waar ze aan toe zijn. In het algemeen zijn patiënten met kanker overigens niet hopeloos, maar zijn het de ‘gezonde’ mensen die hen als hopeloos beschouwen. Maar hoop is niet iets dat je wordt ontnomen, maar wel iets dat aangepast wordt aan je gezondheidstoestand. De arts kan helpen om je hoop realistisch te houden door je onder meer op de hoogte te brengen van je gezondheid en door de bronnen van hoop in je leven te ondersteunen. Je kan bijvoorbeeld hoop zoeken in de betekenis van je leven, in de wetenschap dat je geen onnodige pijn zal lijden of in het feit dat je niet in de steek gelaten zal worden. Angst is vaak het gevolg van een gebrek aan informatie.”
Mijn advies aan patiënten is vaak ‘maak van uw dokter een zo goed mogelijke dokter’! Hoe? Bereid je voor als je naar de dokter gaat zodat je niets vergeet te vragen. Schrijf op wat je wilt weten en beperk je vragen tot drie. Meer vragen -en antwoorden- kan je toch niet bevatten. Een trucje is om bij het binnenkomen te zeggen dokter, ik heb een belangrijke vraag voor u. ‘Welke vraag?’, klinkt het dan. ‘Of u tien minuten tijd hebt om naar mijn vragen te luisteren’. Dan moet een arts meestal lachen en is het ijs gebroken. Het kan zijn dat de dokter op dat ogenblik geen tijd heeft omdat er dertig mensen in de wachtzaal zitten, maar dan zal hij een afspraak maken op een tijdstip wanneer hij meer tijd heeft.
Een andere tip: neem iets mee om op te schrijven en noteer wat de arts zegt.
Ik kan begrijpen dat mensen niet over hun ziekte willen praten of niet als patiënt door het leven willen gaan, maar ik pleit voor openheid over ziekte en diagnose. Ziekten zaten lang in de taboesfeer wat maakt dat de samenleving er weinig over weet; en hoe minder je weet, hoe angstiger je bent wanneer je er mee geconfronteerd wordt. Ik heb ook altijd gepleit voor een maatschappelijke integratie voor patiënten.”
Hoe kan je een zorgzame omgeving creëren waarin mensen verbonden in plaats van eenzaam ziek kunnen zijn? Prof. Keirse pleit onder meer voor een zorgfamilie. “Verbind aan elke zieke of hulpbehoevende een team van mensen, een zorgfamilie, met minstens drie leden. Begin met het samenstellen van een groep mensen die mogelijk bereid zijn om te helpen: familieleden en verwanten, hechte en minder hechte vrienden, buren, (ex)collega’s, kennissen, gepensioneerden die tijd hebben, maar ook kinderen van tien of zestien kunnen een rol spelen in het zorgteam. De bedoeling is dat het team meer is dan de som van de delen. Het kan helpen om de teamleden duidelijk te zeggen dat ze tot een zorgfamilie behoren. De tweede stap is de groep samenbrengen op een ontmoetingsavond om uit te leggen waarom ze uitgenodigd werden. Bijvoorbeeld om een alleenstaande moeder met drie kinderen te helpen die zich moet laten opereren voor baarmoederkanker. Maak van tevoren een lijstje met mogelijke taken (vervoer, kinderopvang, klussen, naar de apotheek gaan, de hond uitlaten, administratieve taken, enz.) en maak duidelijke afspraken. Omdat het een groepsactiviteit is, wordt de zorg minder stresserend. Een belangrijke taak voor het zorgteam is luisteren naar de patiënt en de naasten. Vrijwilligers kunnen vaak iets bieden waar professionele zorgverleners een groot tekort aan hebben en dat is tijd. Het moeilijkste is om hulp vragen en hulp leren aanvaarden, zo blijkt. Vaak is het een nieuwe ervaring waaraan je moet wennen, maar een wel een ervaring die je ‘rijker’ maakt.”
BE2107159855 15/07/2021