December 2023, S. Audali
Terwijl de campagnes voor vaccins tegen griep en covid volop lopen, zijn er heel wat mensen die zich vragen stellen. Moet ik mij laten vaccineren? Hoe is het gesteld met mijn vaccinatiestatus? Zijn er vaccins die aangeraden of afgeraden worden wanneer je kanker hebt?
Vaccinatie: het concept
Een vaccin wordt gebruikt om het immuunsysteem van het gevaccineerde organisme (mens of dier) te trainen tegen een microbe, in afwachting van een toekomstig contact ermee (infectie). In het geval van een echte 'ontmoeting' met de microbe is het immuunsysteem - eerder geactiveerd door het vaccin - effectiever en kan het de infectieverwekker neutraliseren, waardoor de ziekte zich niet kan ontwikkelen. Dat is wat men het ‘immuungeheugen’ noemt.
Het hoofdbestanddeel van een vaccin is het actieve ingrediënt of ‘antigeen’, dat door het immuunsysteem wordt herkend. Dit kan de microbe zelf zijn, dood of verzwakt, of een deel van de microbe, zoals een eiwit; een toxoïde, d.w.z. het toxine dat door de microbe wordt afgescheiden, maar geïnactiveerd; of een molecule die ervoor zorgt dat het lichaam een element van het virus aanmaakt, zodat het dit kan herkennen en bestrijden.
Sommige vaccins kunnen ook, in zeer beperkte, gecontroleerde en gereguleerde hoeveelheden andere ingrediënten bevatten:
-conserveermiddelen en/of stabilisatoren. Dit zijn stoffen die de kwaliteit van het vaccin op peil houden;
-een hulpstof of adjuvans. Dit is een stof die soms wordt toegevoegd om de effectiviteit van de vaccinatie aanzienlijk te verbeteren door de immuunrespons op het vaccin te stimuleren.
-een antibioticum. Dit wordt gebruikt om te voorkomen dat bacteriën het vaccin besmetten tijdens de productie. Het eindproduct bevat slechts sporen van deze stof.
Verschillende soorten vaccins
- Verzwakte levende vaccins: bevatten een levende maar verzwakte vorm van de microbe. Voorbeelden zijn injecteerbare vaccins tegen mazelen, bof, rodehond en gele koorts, en orale vaccins tegen buiktyfus en rotavirus.
-Geïnactiveerde of gedode hele vaccins: bevatten een geïnactiveerde vorm van het infectieuze agens. Het virus of de bacterie wordt gedood, meestal met behulp van een chemische stof. Deze vaccins vereisen vaak boosterdoses. Hun voordeel is dat ze geschikt zijn voor de meeste mensen. Dit geldt vooral voor injecteerbare vaccins tegen polio, hepatitis A en seizoensgriep.
-Subeenheden vaccins: deze vaccins gebruiken delen van de microbe (een eiwit, een suiker, een onderdeel van de celmantel, enz.) De verleende immuniteit is goed, maar er is een hulpstof nodig voor een optimale respons. Deze vaccins vereisen vaak boosterdoses.
-Recombinante vaccins: gebruiken een antigeen dat door celkweek in het laboratorium is aangemaakt. Dit is het geval bij het hepatitis B-vaccin en vaccins tegen het humaan papillomavirus (HPV).
-Nucleïnezuurvaccins (mRNA, DNA): bestaan uit een molecule RNA of DNA, dat de informatie bevat die het lichaam nodig heeft om een eiwit (het antigeen) te produceren. Het antigeen geeft vervolgens aanleiding tot een immuunrespons gericht op het vernietigen van de ziekteverwekker. Deze vaccins bevatten geen microben of delen van microben als zodanig. Er is geen risico van genetische modificatie met deze vaccins. Ze worden gebruikt tegen Zika, hondsdolheid en bij de behandeling van bepaalde vormen van kanker. Sommige vaccins tegen covid-19 maken ook gebruik van deze techniek.
Is mijn vaccinatiestatus in orde?
De gezondheidsautoriteiten hebben aanbevelingen opgesteld voor vaccins en boosters voor een aantal ziekten.